22. Verplichtingen inzake personeelsbeloningen
Het verloop in 2021 van de verplichtingen inzake personeelsbeloningen is als volgt gespecificeerd:
(bedragen in € 1.000) |
FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek |
Ontslag-vergoedingen IUB 2009 |
Gratificatie bij ambtsjubilea |
Overige personele verplichtingen |
Totaal |
Saldo per 1 januari 2021 |
9.340 |
1.733 |
24.542 |
1.630 |
37.245 |
Exploitatie boekjaar: |
|||||
Rente over de verplichting |
-17 |
3 |
153 |
-4 |
135 |
Dotaties aan voorziening |
- |
53 |
1.288 |
2.538 |
3.879 |
Vrijval voorziening |
-964 |
-74 |
- |
-387 |
-1.425 |
Actuarieel verlies/winst (-) |
-147 |
-3 |
-1.286 |
8 |
-1.428 |
-1.128 |
-21 |
155 |
2.155 |
1.161 |
|
Onttrekking voorziening |
|||||
Uitbetaalde uitkeringen in het boekjaar |
1.770 |
320 |
726 |
862 |
3.678 |
Saldo per 31 december 2021 |
6.442 |
1.392 |
23.971 |
2.923 |
34.728 |
FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek
De FLNA-/IKV-verplichting voor Rotterdam, Eelde en Beek omvat de contante waarde van de opgebouwde FLNA-/IKV-rechten voor een deel van de LVNL-medewerkers op deze luchthavens. De verplichting is gevormd voor de FLNA-/IKV-rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens Rotterdam, Eelde en Beek, die reeds zijn afgefinancierd in het kader van de doorgevoerde herstructurering. Voor de FLNA-/IKV-rechten van de luchtverkeersleiders op Schiphol en de nog niet-afgefinancierde FLNA/IKV-rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens, heeft LVNL geen verplichting gevormd.
De algemene aanname is dat voor medewerkers die al gebruikmaken van de FLNA/IKV-regeling niets wijzigt. Aan de waardering van de verplichting ligt een actuariële berekening ten grondslag. Zie onderstaande tabel voor de actuariële veronderstellingen en overige uitgangspunten.
31 december 2021 |
31 december 2020 |
|
Disconteringsvoet |
0,1 procent |
-0,2 procent |
Beleggingsrendement |
N.v.t. |
N.v.t. |
LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting. |
LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting. |
|
Algemene loonstijging |
1,65 procent in 2022 en 1 procent in 2023, daarna 2,25 procent per jaar. |
0 procent in 2021 en daarna 2,25 procent per jaar. |
Voor 2021 geldt een eenmalige Covid-korting van 3,15 procent. |
||
Overlevingskansen |
Prognosetafel AG2020, met ervaringssterfte |
Prognosetafel AG2020, met ervaringssterfte |
Arbeidsongeschiktheid |
0,0 procent |
0,0 procent |
Ontslagkansen |
0,0 procent |
0,0 procent |
Voor de verwachte loonstijging en indexatie van de FLNA-/IKV-uitkering is aansluiting gezocht bij de door LVNL doorgevoerde loonontwikkeling in de opgestelde meerjarenbegroting 2021-2025 en de gemaakte afspraken in de cao.
De pensioenlast met betrekking tot FLNA/IKV in het boekjaar 2021 en verwachting voor 2022 bedraagt:
(bedragen in € 1.000) |
2021 |
2022 |
Rente over de verplichting |
-17 |
6 |
Actuarieel resultaat/vrijval voorziening |
-1.053 |
- |
Aanpassing disconteringsvoet |
-58 |
- |
Netto last |
-1.128 |
6 |
In 2021 is een rentebate verantwoord als gevolg van negatieve rente. Er zijn geen kosten voor de aan de dienstjaar toegerekende rechten doordat iedere deelnemer in de FLNA/IKV-regeling zit.
Het actuarieel resultaat is een bate als gevolg van het feit dat de verplichting voor één medewerker in deze regeling is komen te vervallen. Daarnaast een geringe bate door een wijziging van de verwachte loonontwikkeling in 2022 en de gewijzigde disconteringsvoet. Het actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19 verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in het eigen vermogen van 1,1 miljoen euro.
Naar verwachting wordt in 2022 een bedrag van 1,7 miljoen euro onttrokken. In de periode 2023-2026 wordt naar verwachting een bedrag van 4,0 miljoen euro (contante waarde van de toekomstige verplichtingen) onttrokken aan de verplichting FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek.
In de berekening is rekening gehouden met de fiscale eindheffing (52 procent) die moet worden betaald bij de uitbetaling van de FLNA/IKV-rechten.
Ontslagvergoedingen Inkomsten en Uitgaven in Balans 2009 (IUB 2009)
Het bestuur heeft het programma ‘Inkomsten en Uitgaven in Balans 2009’ geïnitieerd om de financiële positie van LVNL te verbeteren. Eén van de doelen van dit programma was de realisatie van een personeelsreductie van honderd fte binnen de support staf. Dit doel is behaald. Met een aantal oud-medewerkers is niet tot een individuele vertrekregeling gekomen. Voor deze oud-medewerkers is de wachtgeldverplichting in de ontslagvergoedingen opgenomen.
In de berekening zijn de wachtgeldverplichtingen die langer lopen dan twaalf maanden na dit boekjaar verdisconteerd tegen een disconteringsvoet van 0,0 procent (2020: -0,25 procent). Daarnaast is in de verplichting rekening gehouden met een jaarlijkse loonstijging van 2,0 procent. Het actuarieel resultaat is het gevolg van de gewijzigde disconteringsvoet. Het actuarieel resultaat van 3 duizend euro wordt verantwoord in de exploitatierekening. De dotaties aan en vrijvallen van de verplichting zijn voornamelijk het gevolg van aanpassingen van enkele uitkeringen.
Naar verwachting wordt in 2022 een bedrag van 372 duizend euro ten laste van de verplichting gebracht. In de periode 2023-2026 wordt naar verwachting 925 duizend euro (contante waarde) ten laste van de verplichting gebracht en voor de jaren erna 96 duizend euro (contante waarde).
Gratificatie bij ambtsjubilea
De verplichting gratificatie bij ambtsjubilea is gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige ambtsjubileumuitkeringen. Aan de bepaling van de hoogte van de verplichting ligt een actuariële berekening ten grondslag. Zie onderstaande tabel voor de actuariële veronderstellingen en inschattingen.
31 december 2021 |
31 december 2020 |
|
Disconteringsvoet |
1,0 procent |
0,6 procent |
Beleggingsrendement |
N.v.t. |
N.v.t. |
LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting. |
LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting. |
|
Algemene loonstijging |
Operationeel personeel: |
Operationeel personeel: |
1,65 procent in 2022 en 1 procent in 2023, daarna 2,25 procent per jaar. |
0 procent in 2021 en daarna 2,25 procent per jaar. |
|
Niet-operationeel personeel: |
Niet-operationeel personeel: |
|
1,65 procent in 2022 en 1 procent in 2023, daarna 2 procent per jaar. |
0 procent in 2021 en daarna 2 procent per jaar. |
|
Overlevingskansen |
Prognosetafel AG2020, met ervaringssterfte |
Prognosetafel AG2020, met ervaringssterfte |
Individuele salarisstijging, afhankelijk van leeftijd |
Operationeel personeel: |
Operationeel personeel: |
12 procent (tot 27 jaar), 10 procent (28-29 jaar), 9 procent (30-31 jaar), 4 procent (32-39 jaar), 1 procent (40+ jaar). |
9,18 procent (tot 27 jaar), 4,45 procent (28-29 jaar), 6,36 procent (30-31 jaar), 2,12 procent (32-54 jaar), 0,00 procent (55-66 jaar). |
|
Niet-operationeel personeel: |
Niet-operationeel personeel: |
|
8,00 procent (tot 27 jaar), 5,00 procent (28-29 jaar), 3,00 procent (30-39 jaar), 1,00 procent (40-54 jaar), 0,00 procent (55+ jaar) |
5,00 procent (tot 29 jaar), 3,50 procent (30-39 jaar), 1,00 procent (40-66 jaar). |
|
Arbeidsongeschiktheid |
0,25 procent |
0,25 procent |
Ontslagkansen |
Operationeel personeel 0,0 procent |
Operationeel personeel 0,0 procent |
Niet-operationeel personeel 5 procent |
Niet-operationeel personeel 5 procent |
De personeelslast met betrekking tot de ambtsjubilea in 2021 en de verwachting voor 2022 is als volgt:
(bedragen in € 1.000) |
2021 |
2022 |
Rente over de verplichting |
153 |
247 |
Aan dienstjaar toegerekende rechten |
1.288 |
1220 |
Actuarieel resultaat |
36 |
- |
Aanpassing disconteringsvoet |
-1.322 |
- |
Totaal |
155 |
1.467 |
Het actuarieel resultaat over 2021 is een beperkte last. Daarnaast is zichtbaar dat er sprake is van een stijging van toegerekende rechten. Deze is in lijn met voorgaand jaar. Door een hogere disconteringsvoet is er vrijval ten aanzien van de hoogte van de toekomstige verplichting. Het actuarieel resultaat wordt verantwoord in de exploitatierekening.
In de verplichting zijn de vergoedingsrechten opgenomen voor de ambtsjubilea bij een dienstverband van 12,5 jaar, 25 jaar, 40 jaar en 50 jaar.
Naar verwachting wordt in 2022 een bedrag van 1,5 miljoen euro ten laste van de verplichting gebracht. In de periode 2023-2026 wordt naar verwachting 4,4 miljoen euro (contante waarde van de toekomstige uitkeringen) van de totale verplichting uitgekeerd.
Overige personele verplichtingen
In de overige personele voorzieningen zijn voorzieningen opgenomen voor (langdurig) zieke medewerkers, wachtgeldregelingen, ontslagvergoedingen, FPU-suppletie, aanvullende uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid en (aanvullende) uitkeringen bij werkloosheid. De disconteringsvoet ultimo 2021 is -0,31 procent (2020: -0,32 procent).
De dotatie aan de voorziening is het gevolg van nieuwe verplichtingen voor individuele medewerkers. Daarnaast zijn de dotaties aan en vrijvallen van de voorziening het gevolg van aanpassingen van diverse uitkeringen.
Naar verwachting wordt in 2022 een bedrag van 2,5 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht. In de periode 2023-2026 wordt een bedrag van 452 duizend euro ten laste van de voorziening gebracht en voor de jaren erna worden geen lasten meer verwacht. In de exploitatierekening 2022 zal de rentebate 1,4 duizend euro bedragen (2020: 2,2 duizend euro).
Gevoeligheidsanalyse verplichtingen inzake personeelsbeloningen
In onderstaand overzicht is de gevoeligheid weergegeven van gebruikte parameters bij de personele verplichtingen. In de tabel zijn de eindwaardes van de voorzieningen opgenomen bij:
-
Disconteringsvoet -/- 1 procent (DV -1 procent)
-
Disconteringsvoet + 1 procent (DV +1 procent)
-
Algemene loonontwikkeling + 1 procent (Loon + 1 procent)
Indien de disconteringsvoet die is gehanteerd bij het contant maken van deze verplichtingen kleiner is dan 1 procent is in onderstaande tabel bij de bepaling van de waarde uitgegaan van een negatieve rente.
(bedragen in € 1.000) |
Huidige stand |
DV -1% |
DV +1% |
Loon +1% |
FLNA/IKV |
6.442 |
6.640 |
6.255 |
6.532 |
Ambtsjubilea |
23.971 |
27.499 |
21.105 |
26.960 |
IUB 2009 |
1.392 |
1.427 |
1.360 |
1.434 |
Overige personele voorzieningen |
2.923 |
2.945 |
2.905 |
2.960 |
34.728 |
38.511 |
31.625 |
37.886 |