Risicomanagement
Het bestuur en managementteam LVNL (BMT) bespreekt periodiek het risicoprofiel van LVNL. Daarbij wordt vastgesteld of de geïdentificeerde risico’s en de daarbij behorende risico-inschattingen nog de actualiteit weerspiegelen. Waar nodig vindt bijstelling plaats. Verder wordt de voortgang op de gedefinieerde beheersmaatregelen en de effectiviteit van deze maatregelen besproken. Daar waar dit nodig wordt geacht worden aanvullende maatregelen gedefinieerd.
In 2021 zijn de toprisico’s opnieuw bepaald op basis van de inschatting van impact maal gevolg. De volgende vier risico’s zijn lager ingeschat dan in het jaar daarvoor. Ze zijn daarom niet opgenomen in de lijst toprisico’s:
-
Imago- en economische schade bij een grote reductie in afhandelingscapaciteit als gevolg van calamiteiten.
-
Significante daling van de inkomsten vanwege overmacht met grote impact op de bedrijfsvoering.
-
Imago als betrouwbare partner.
-
Onvoldoende ontwikkeling van benodigde competenties bij managers en medewerkers.
De onderstaande tabel geeft inzicht in de in 2021 als hoogst ingeschatte risico’s. Voor alle risico’s geldt dat de verantwoordelijkheid voor de beheersing wordt toegewezen aan een lid van het BMT en dat het verloop van de risico’s en beheersmaatregelen wordt bewaakt door het BMT.
Risicocategorie |
Risico-omschrijving |
Risico-bereidheid |
Gewicht |
|
1 |
Personeel |
Onvoldoende vakbekwame verkeersleiders |
Laag |
Hoog |
2 |
Veiligheid |
Airspace infringements |
Laag |
Significant |
3 |
Veiligheid |
Parallel naderen |
Laag |
Significant |
4 |
Veiligheid |
Convergent landen/starten |
Laag |
Significant |
5 |
Bedrijfsvoering |
Cybersecurity |
Laag |
Significant |
6 |
Omgeving |
Imago- of economische schade doordat maakbaarheid projectportfolio in gedrang komt |
Laag |
Middel |
Toprisico’s in 2021.
Naarmate onze risicobereidheid afneemt spannen wij ons vanzelfsprekend extra in en doen wij meer investeringen om de risico’s te beheersen. Het gewicht van de risico’s weerspiegelt de inschatting van de kans dat het risico zich voordoet en het effect daarvan.
Bij het bepalen van de risicobereidheid laten wij ons leiden door onder meer onderstaande afwegingen:
-
De mate waarin de continuïteit en kwaliteit, en veiligheid in het bijzonder, van onze wettelijke taken in het geding kunnen zijn.
-
De mate waarin het risico van invloed is op het bereiken van de strategische doelstellingen.
-
De mate waarin onze stakeholders direct getroffen worden wanneer risico’s zich voltrekken.
-
De mate waarin LVNL eventuele financiële/economische schade kan dragen.
Veiligheidsrisico’s
LVNL is verantwoordelijk voor het veilig en ordelijk afhandelen van het luchtverkeer. Het voorkomen van incidenten of ongevallen op de grond en in de lucht is daarom een van onze hoofdtaken. Wij zijn continu bezig met het verbeteren van het air traffic managementysteem, waarbij risicobeheersing tot een prioriteit behoort. Met het doel om, ook bij stijgende verkeersvolumes, continu te voldoen aan de met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat overeengekomen veiligheidscriteria. De toprisico’s airspace infringements, parallel naderen en convergent landen/starten hebben prioriteit bij het verlagen van de veiligheidsrisico’s. Hoewel de kans van optreden ervan laag is, de voorvalstatistieken onderbouwen dit ook, is de impact van deze veiligheidsrisico’s hoog.
1. Onvoldoende vakbekwame verkeersleiders
Het risico van het onvoldoende beschikbaar hebben van vakbekwame verkeersleiders kan leiden tot onvoldoende inzet van operationeel personeel in projecten en/of tot uitval van operationele diensten.
In het verslagjaar is continu maximaal ingezet op het werven, selecteren en opleiden van verkeersleiders. Daarnaast is sprake van een plan-do-check-act cyclus om continu verbetering en vernieuwing in het opleidingssysteem te sturen en focus te houden op het vergroten van de capaciteit en flexibiliteit van het opleidingssysteem. De COVID-pandemie heeft echter ingrijpende gevolgen gehad voor de continuïteit van het opleidingsproces. Door de getroffen beheersmaatregelen kon het proces worden voortgezet, maar niet op het vereiste niveau en niet op het gewenste tempo.
De eerder genomen beheersmaatregelen blijken onvoldoende geweest om het toprisico afdoende te beheersen. Dit is met name het gevolg van de voortdurende COVID-effecten en van tijdelijke onderbezetting. Er zijn nieuwe beheersmaatregelen, zoals uitbesteding en aanpassingen in het opleidingssysteem, ingezet om het risico te verlagen.
2. Airspace infringements
Bij een airspace infringement komt een vliegtuig zonder (geldige) klaring in een stuk luchtruim waar LVNL verantwoordelijk voor is. Door de hoge impact die een airspace infringement kan hebben, schat LVNL dit risico in als significant. Ondanks het feit dat de trend van de aantallen airspace infringements per kwartaal daalt en de ernst veelal laag is. Wij blijven onvermoeibaar streven naar een verdere verlaging van het risico. In samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Inspectie Leefomgeving en Transport en de kleine luchtvaart werkt LVNL in de nationale Taskforce Airspace Infringements aan oplossingen.
3. Parallel naderen
Bij parallel naderen bestaat het risico dat een geringe afwijking van een van de twee vliegtuigen snel tot verminderde separatie leidt. Het aantal incidenten met parallel naderen is laag. LVNL heeft al een aantal risicomitigerende maatregelen op dit vlak genomen en onderzoekt verdere mogelijkheden het risico te verlagen.
4. Convergent landen/starten
Bij starten en landen op convergerende start- en landingsbanen kan een doorstart van het landende vliegtuig een conflict veroorzaken met het startende vliegtuig. In 2020 en 2021 zijn er geen serieuze incidenten geweest waarbij convergente banen een rol speelden. Hoewel de hoogte van dit risico voldoet aan de wettelijke veiligheidsnormen wil LVNL het risico toch verder verlagen. In 2021 werd overeenstemming bereikt over de aanpak van de in te voeren werkwijze ‘getimed starten’. In 2022 wordt deze nieuwe werkwijze ingevoerd om zo het risico nog verder te verlagen.
5. Cybersecurity
De dienstverlening van LVNL is in grote mate afhankelijk van informatietechnologie; technologie die bestand moet zijn tegen cyberdreigingen. LVNL schat het risico op een cyberdreiging in als significant. De impact van een cyberdreiging kan significante gevolgen hebben voor de afhandelingscapaciteit en daarmee direct schade voor LVNL en haar stakeholders tot gevolg hebben. Dit kan economische schade zijn, maar ook imagoschade gerelateerd aan de veiligheid in de luchtvaart. LVNL heeft zichzelf ten doel gesteld om de impact van een cyberdreiging zoveel als mogelijk te neutraliseren.
Het cybersecurityrisico kan in veel vormen het LVNL-proces verstoren. Van invloed van buitenaf op het operationele verkeersleidingssysteem of operationeel gebruikte systemen, tot fraude en het onbruikbaar maken van documenten.
LVNL heeft al veel bereikt op het gebied van bescherming van de LVNL-systemen tegen externe bedreigingen. Om het risico verder te kunnen verlagen is een aangepast plan goedgekeurd door het BMT waarmee we de beheersmaatregelen versterken en binnen een jaar aantoonbaar kunnen voldoen aan alle wettelijke eisen. Onderdeel van dit plan is onder andere de uitbreiding van de formatie van de afdeling Systems & Infrastructure om op cybersecurity gespecialiseerd personeel aan te kunnen trekken.
6. Imago- of economische schade doordat maakbaarheid projectportfolio in gedrang komt
Dit risico omvat de schade aan het LVNL-imago of economische schade, die kan ontstaan als een of meer projecten niet (kunnen) worden uitgevoerd. De inschatting is dat met de genomen en geplande maatregelen de kans dat het toprisico optreedt is afgenomen. De COVID-pandemie heeft sterke economische gevolgen gehad, maar door tijdige afstemming met stakeholders is de imagoschade beperkt gebleven.
Ter mitigatie van dit risico is de bijbehorende bowtie geüpdatet en geanalyseerd. Als resultaat daarvan zijn er drie key-barriers gedefinieerd waarop in het eerste kwartaal van 2022 wordt gefocust:
-
Portfolio-items volgen het projectportfolioproces voor goedkeuring.
-
Mogelijke problemen in het projectportfolio worden gesignaleerd op basis van een kloppend overzicht (capaciteitsplanning) van vraag en aanbod van uren, budget en materiële resources.
-
Op afwijkingsrapportages wordt adequaat gereageerd; met behulp van de projectmanagementtool wordt voortgang bijgehouden en bijgestuurd.
Daarnaast wordt het portfolioproces in 2022 geoptimaliseerd.